Home Cultuur Het huis “Rodenborch”: van voornaam gildehuis tot coole hub voor backpackers

Het huis “Rodenborch”: van voornaam gildehuis tot coole hub voor backpackers

Wil je dit artikel lezen?

Registreer en lees dit artikel gratis.
Bovendien ontvang je Bij de Hand maandelijks in je mailbox!
Bent u reeds eerder geregistreerd via de oude website dan volstaat het om hier uw gegevens te bevestigen. Wanneer u onze cookies aanvaardt zal u niet steeds opnieuw moeten inloggen. Wilt u de artikels lezen via een andere browser of ander device, dan zal u ook daar uw gegevens dienen te bevestigen. Geen zorgen, u zal geen dubbele mails ontvangen en kan zich steeds uitschrijven voor de nieuwsbrief zonder verlies van uw account op de website.

Bepalend voor het uitzicht van de Grote Markt zijn de statige gildehuizen, die ons herinneren aan het bloeiende gildeleven in lang vervlogen tijden. We mogen ze beschouwen als de eerste wolkenkrabbers van onze stad en tot vandaag hebben ze nog niets aan waardigheid ingeboet. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen, dat slechts een minderheid van deze imposante gevels min of meer uit de 16de of 17de eeuw dateert. Eén van deze authentieke parels vinden we op nummer 40, het huis “Rodenborch”.

Al in de 13de eeuw wordt dit huis in historische documenten vermeld. Midden 15de eeuw werd het pand verkocht aan de huidevetters, oftewel de leerlooiers, en werd het hun gildehuis. Na de fusie van deze gilde met de schoenmakersgilde kreeg het huis in 1644 de huidige gevel in barokstijl aangemeten. Dit jaartal staat te lezen op de voorgevel. De fusie bleek geen succes en er volgde een scheiding waarbij de schoenmakersgilde het pand behield. De huidevetters verhuisden naar de overkant. In het midden van de 18de eeuw werd het huis “Rodenborch” doorverkocht aan de timmerlieden- en  het schrijnwerkersambacht.  Het is dan ook in die periode dat boven de eerste verdieping bas-reliëfs zijn aangebracht. Naakte kindertjes, de zg. “putti”, beelden in deze beeldhouwwerken activiteiten van beide ambachten uit: hout- en spantbouw, meubelmakerij, trappen- en molenbouw.

Engeltjes die de ambachten uitbeelden sieren de gevel

Na de afschaffing van het gildewezen door de Franse revolutionairen kreeg het huis verschillende bestemmingen, zoals onder meer een drukkerij en een stoffenwinkel. Ongetwijfeld zullen onze oudere stadsgenoten zich het alternatieve jongerencafé  ‘De Groene Michel’ herinneren, dat er tussen 1960 en 1970 gevestigd was.

In 1976 werd de vastgoedpoot van de stad, AG Vespa, eigenaar van het huis en in 1982 volgde een restauratie. Dit jaartal en het stadswapen werden aan de gevel toegevoegd.

Vandaag vinden we er het City Hostel, een low-budget overnachtingsplaats voor backpackers. Het hostel wordt beheerd door VDG LOGIES CVBA. Acht medewerkers zijn er in de weer om alles in goede banen te leiden. Het pand bestaat uit vijf verdiepingen met kelder. We klimmen naar de eerste verdieping waar we de receptieruimte vinden. Daar vernemen we dat het hostel 12 kamers telt met plaats voor 118 personen. De kleinste kamer heeft 4 bedden, in de grootste tellen we er 22. Op de derde verdieping bevinden zich de douches, 12 voor de mannen en 9 voor de vrouwen. Toiletten zijn er op elke verdieping. De 13deeeuwse kelder werd ingericht als ontbijtruimte. De gasten kunnen er gebruik maken van de keuken om zelf iets lekkers klaar te maken.

’s Avonds kan er gerelaxt worden bij de tv. Op het gelijkvloers is er een gezellige bar, die in het weekend al eens muteert naar een nachtclub met DJ. De overnachtingsprijzen variëren tussen 27 en 30 euro per persoon, inclusief ontbijt, wat voor deze unieke locatie een peulschil is. Het publiek dat hier overnacht is overwegend tussen de 20 en 40 jaar oud. De Nederlandse klanten zijn het meest vertegenwoordigd, maar de gasten komen werkelijk uit alle uithoeken van de wereld. Er heerst een gemoedelijke internationale sfeer. Ook scholen palmen de slaapzalen af en toe in. Voor fans van happy vibes en budgetlogies is dit dus een toplocatie om ons historisch centrum te ontdekken.