Wil je dit artikel lezen?
Bovendien ontvang je Bij de Hand maandelijks in je mailbox!
Het zou een quizvraag kunnen zijn. Weet u wie er tegenwoordig in de Oude Beurs aan de Hofstraat 15 huist? Om alle speculaties weg te nemen, het is Theater Zeemanshuis (TZ). En de titel van dit artikel refereert niet naar weer een nieuw toneelstuk van het theatergezelschap, hij refereert naar Stijn Van Haecke, onze gesprekspartner. Stijn is – hou u vast – auteur, regisseur, acteur, producent bij het TZ, waarvan hij ook de dagelijkse leiding en de artistieke leiding op zich neemt. Niemand beter geschikt dus om uit te leggen, waarom een theatergezelschap dat de naam Zeemanshuis draagt thans toneel brengt in het Fakkeltheater.
Meer dan alleen komedies
Stijn Van Haecke vertelt ons iets meer over de geschiedenis van het theatergezelschap. “Het was mijn vader, Alex Van Haecke, die nu zo’n 40 jaar geleden de Theatergroep Antwerps Amusement boven de doopvont hield. De eerste voorstellingen vonden plaats in het cultureel centrum van Berchem. Tien jaar later wijzigde de naam in Theatergroep Authentiek Antwerpen, omdat het predicaat Amusement te veel werd geassocieerd met komedie, en we brachten meer dan alleen maar komedies.”
“Al van 1984 hadden we een link met het Internationaal Zeemanshuis aan de Falconrui. Dat was een toevluchtsoord voor zeelui in transit, waar ze een veilig onderkomen en ontspanning konden vinden. Zo waren er in de kelders van het gebouw een bioscoop en nog andere zalen die zich leenden tot voorstellingen allerhande. We vonden het opportuun ons stuk “Schippersstraat” daar op te voeren omwille van de toepasselijke locatie, en gezien het succes en de vlotte samenwerking werd het Zeemanshuis naderhand onze vaste stek. En zo kwamen we dan ook aan onze huidige naam!”
Op straat
In 2012 kwam er echter een kink in de kabel met dat vast onderkomen. Het Zeemanshuis ging tegen de vlakte in het kader van een herwaarderingsproject voor het Schipperskwartier. “Ons protest en dat van binnen- en buitenlandse erfgoedorganisaties, actiegroepen en buurtbewoners mochten niet baten,” zo herinnert Stijn zich. “Het gebouw stond in de weg en moest plaats ruimen voor appartementsgebouwen.”
“En zo stonden we met ons hebben en houden op straat,” vervolgt Stijn. “Via via konden we aanvankelijk onze meubels en props ergens in de haven stockeren in twee containers, en later in Trix, totdat we van AG Vespa dit pand konden huren, waar we een kantoor hebben, opslagruimte en een repetitiezaal. En optreden doen we nu in het Fakkeltheater, waar we ook in het verleden al met producties uitpakten. Het spijtige is wel dat we fors aan capaciteit hebben ingeboet. In het Zeemanshuis haalden we mede dank zij de grotere zaal (190 stoelen) en een honderdtal voorstellingen zo’n 15 à 20.000 toeschouwers per seizoen. Nu draaien we maar 40 voorstellingen meer in kleinere zalen. Dat scheelt een flinke slok op de borrel qua inkomsten,” zo besluit Stijn nog.
Theater Zeemanshuis krijgt geen subsidies, al was er wel een welgekomen tussenkomst van het District Antwerpen om de coronajaren te overleven. Het gezelschap draait volledig op 20 à 25 vrijwilligers en telt geen professionele acteurs. Enkele gekende stukken zijn “De rat van ’t Sint Andries”, “Dobbel Shift” en “De Red Star Line”. In oktober gaat het nieuwe stuk “Deze congé telt nie mee” in première in de Zwarte Zaal van het Fakkeltheater.
Tickets: