Home Mens & maatschappij Airbnb, zegen of vloek voor het Historisch Centrum?

Airbnb, zegen of vloek voor het Historisch Centrum?

Sedert de opkomst van de “sharing economy”, met als voorbeelden de deel-steps en -auto’s of de platformen UBER en Airbnb, hinken autoriteiten achterna in regelgeving. Neem Airbnb bijvoorbeeld. Vele steden stellen een wildgroei aan aanbieders vast, in zoverre dat stadsbesturen zelfs geen zicht hebben op hun aantal, of hoeveel er in de illegaliteit opereren.

Dat is in Antwerpen niet anders. In de algemene pers werd onlangs gewag gemaakt van enkele cijfers. Zo groeide het gekende (!) aantal Airbnb’s in onze stad aan van 1.494 in 2017 tot 1.942 in 2022. De stad heeft amper zicht op waar exact de aangeboden logies zich bevinden. De logica ter wille zal een meerderheid ervan zich nochtans met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in het Historisch Centrum situeren, want dat is toch dé attractiepool voor toeristen.

Hoe groter het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden, hoe aanlokkelijker het is voor bezoekers om onze stad te komen ontdekken. Onze economie kan er maar wel bij varen. Een zegen dus! Maar er is ook een keerzijde. Een te groot aanbod aan Airbnb’s zet druk op de bestaande hotelsector en de reguliere B&B sector, die gebonden zijn aan strikte reglementering. Oneerlijke concurrentie is het gevolg, of, een ongelijk speelveld, zoals dat heet in economisch jargon.

Maar er is meer. De wildgroei aan Airbnb’s zet druk op onze woning- en huurmarkt. Het aanbod van beschikbare woongelegenheden voor inwoners verkleint immers. Wat op zich dan weer een negatieve invloed heeft op de huur- en aankoopprijzen. Die schieten immers de hoogte in. Als haast een derde van beschikbare wooneenheden zou worden ingepalmd door Airbnb’s wordt het woonaanbod wel erg schraal en duur. Dus toch een vloek?