Wil je dit artikel lezen?
Bovendien ontvang je Bij de Hand maandelijks in je mailbox!
De Duitse Hanze bouwde in de 16e eeuw, op de plaats waar nu het MAS staat, het Hanzehuis of het ‘Oostershuis’. Dat was toen het grootste handelscomplex van de stad. Het bevatte behalve opslagplaatsen ook kantoren en 300 woonvertrekken. Na de gouden 16e eeuw belandt de haven in een soort winterslaap en de groei van de stad viel stil.
Met de Franse revolutie komt er weer interesse voor onze haven. Napoleon ziet er nog een ideale oorlogshaven in, maar de periode daarna neemt het handelsbelang weer toe. Europese investeerders vinden weer opportuniteiten. Vermogende Fransen, Nederlanders en Duitsers zakken af naar Antwerpen, aangetrokken door deze nieuwe dynamiek. Op het einde van de 19de eeuw kwam het Hanzehuis in handen van de stad en werd een graanopslagplaats. Iets later brandde het complex compleet af. Het enige wat nog herinnert aan dit Duitse gebouw is de naam van het plein rond het MAS: de Hanzenstedenplaats.
Voor de eerste wereldoorlog wonen er in Antwerpen ongeveer 20 000 Duitsers. Ze waren zo talrijk aanwezig dat men kan spreken van een Duitse kolonie. Het waren voornamelijk reders, bankiers, verzekeraars, investeerders en traders die zich moeiteloos bewogen onder onze Franstalige bourgeoisie. Namen als Kreglinger, Nottebohm, Fugger en Osterrieth klinken tot vandaag nog als een bel. Ze vestigen zich vooral rond het Albert- en Harmoniepark.
Op het einde van de 19de eeuw, enkele jaren na de brand van het Hanzehuis op het eilandje, geeft de Duitse bankier Wilhelm Mallinckrodt de opdracht een nieuw Hansahuis te bouwen op de hoek van de Suikerrui en de kaaien. Het moest een soort eigentijdse tegenhanger worden van het afgebrande pand op het eilandje. Twaalf huizen werden er voor gesloopt en het kleine Appelstraatje zal hierdoor voorgoed verdwijnen. De architect van dit neo-barokke gebouw, Joseph Hertogs, bepaalde zo mee de skyline van Antwerpen. Behalve Mallinckrodt zelf, vestigen er zich voornamelijk scheepvaart-, expeditie- en handelsbedrijven, overwegend van Duitse oorsprong.
Hansahuis beelden
De levensgrote allegorische beelden, die de voor- en zijgevels van het Hansahuis sieren, zijn van de hand van de Antwerpse beeldhouwer Jef Lambeaux. Zij symboliseren de voor Duitsland belangrijkste rivieren.
Centraal in de gevel van de Suikerrui staan twee mannen met een baard. Zij zijn de personificaties van de Rijn getooid met druiventrossen en de Schelde met drietand en waterkruik. Zij zijn vergezeld van twee weelderige dames, de Elbe met het wapenschild van Hamburg en de Weser, met vis, visnet en het wapenschild van Bremen. Op de gevel aan de Ernest Van Dijckkaai vinden we Mercurius, God van de handel.
Speciale aandacht gaat naar het beeld in de Kaasstraat, dat ‘De Scheepvaart’ moet voorstellen. Jef Lambeaux had een boontje voor weelderige Rubensvrouwen. Het was geweten dat hij zijn modellen rekruteerde uit zijn minnaressen. Heel vervelend voor de kunstenaar was dat deze minnares, Rosalie, door iedereen herkend werd in het beeldhouwwerk van De Scheepvaart, hetgeen voor enige hilariteit zorgde.