Home Mens & maatschappij Folklore en werelderfgoed op één plein

Folklore en werelderfgoed op één plein

Wil je dit artikel lezen?

Registreer en lees dit artikel gratis.
Bovendien ontvang je Bij de Hand maandelijks in je mailbox!
Bent u reeds eerder geregistreerd via de oude website dan volstaat het om hier uw gegevens te bevestigen. Wanneer u onze cookies aanvaardt zal u niet steeds opnieuw moeten inloggen. Wilt u de artikels lezen via een andere browser of ander device, dan zal u ook daar uw gegevens dienen te bevestigen. Geen zorgen, u zal geen dubbele mails ontvangen en kan zich steeds uitschrijven voor de nieuwsbrief zonder verlies van uw account op de website.

De Vrijdagmarkt is een voor toeristen wat verborgen pleintje. Mensen van allerlei slag vinden er echter hun weg naar de gezellige terrassen. Het plein zelf is een ontwerp uit de Gouden Eeuw van Antwerpen. Vanaf 1549 werd de markt van oude kleren en meubels van de Grote Markt naar hier overgebracht. Het pleintje werd toen nog ‘Oude Kleerenkopersmerct’ genoemd. Wetende dat oude kleren in die tijd steeds van superieure kwaliteit waren, was het zeker geen voddenmarkt. We kunnen het gerust circulaire economie “avant la lettre” noemen. In het midden van het pleintje lijkt een Mariabeeld te staan. Maar het rad aan haar voeten verraadt dat het om de heilige Catharina gaat, de patrones van de oude kleerkopers.

De oorspronkelijke bebouwing werd enkele maanden na de bevrijding van Antwerpen compleet verwoest door een V-bom. De V1-windwijzer op de schouw van café Atlas herinnert ons hier aan, hoewel het een V2-raket was die de schade had aangericht. Als bij wonder ontsnapte het Plantijn-Moretus museum aan een volledige vernieling. Dit mirakel leverde ons in 2005 het enige museum ter wereld op met een UNESCO-werelderfgoedstatus.

Vandaag worden hier geen markten meer gehouden. Wat op vrijdag plaatsgrijpt valt meer onder de noemer ‘veiling’.

Elke vrijdagmorgen vanaf 6.00 uur rolt een aantal vrachtwagens en bestelwagens het plein op. Het zijn de klanten van D&G services pvba. Dit bedrijf is gevestigd op de Vrijdagmarkt 2 en is gespecialiseerd in het opruimen en ontruimen van gebouwen en het opkopen van inboedels. Enkel op vrijdagmorgen organiseert D&G een veiling voor zijn klanten. Goederen afkomstig uit faillissementen, erfenissen of gewoon uit een opgeruimde kelder worden hier per opbod verkocht. Tot 10 uur kan men de goederen van dichtbij bekijken en betasten, maar daarna wordt iedereen op doortastende wijze ‘achter de koord’ gedwongen. Vooral meubels, fietsen en decoratiemateriaal blijken in trek te zijn. Het is wel opletten voor de eindprijs, want die wordt steeds met 20 % verhoogd voor de veilingkosten. Alles wordt netjes opgevolgd door een deurwaarder zoals wettelijk verplicht. Maar het is vooral de authentieke sfeer die de veiling uniek maakt.

Tanguy krijgt het laatste woord over de Vrijdagmarkt…

Tanguy Ottomer, de bekendste bewoner van de Vrijdagmarkt, geniet volop van het leven in het kloppende hart  van onze stad. Als auteur, beroemde gids en afstammeling van een handelaarsfamilie uit de Hoogstraat, is hij dé geschikte persoon om het laatste woord over de Vrijdagmarkt en haar buurt in onze wijkkrant te voeren.

Tanguy Ottomer op “zijn” plein, de Vrijdagmarkt

“Ja, ik woon hier super graag! Dit pleintje heb ik gedurende de laatste tien jaar of zo zien evolueren van een vrijwel ingeslapen buurt naar een super gezellige omgeving waar het nu goed toeven is.  Men woont in ’t Stad waar alles dichtbij is en er toch tegelijk een écht lokaal sfeertje heerst.”mijmert Tanguy. “In feite voelt het aan als een Frans dorpje met het Museum Plantin-Moretus als gemeentehuis”.

De liefde voor de buurt en voor de vele verhalen van ’t Stad werden hem ingelepeld door zijn grootmoeder, die jarenlang een korsetterie had in de Hoogstraat. “Hoewel wij met zeven kinderen waren, was ik toch degene die bij haar vaak ontroering opriep omdat ik zo sterk lijk op haar overleden echtgenoot Libert. Hij heette eigenlijk Liberty, en dat is ook mijn tweede voornaam.”

Ook de prachtige door de stad onderhouden bloembakken, die hoog aan de landelijke lichtpalen rond het plein hangen, vindt Tanguy “schattig”.

“Het enige wat hier nog ontbreekt is een fontein. Een kleintje zou ook al fijn zijn”, vervolgt Tanguy. Wat de inrichting van de stad betreft kan hij wel serieuze troeven voorleggen. Het nieuwe standbeeld van Nello en Patrasche aan de Handschoenmarkt in hartje Antwerpen is er gekomen op zijn voorstel. Hij zocht en vond een sponsor en kon onze burgervader overtuigen dit “offer you can’t refuse” te aanvaarden. “Dat levert ons nu het meest gefotografeerde standbeeld op in Antwerpen”, verzekert Tanguy ons. Wie weet, komt die schattige fontein er binnenkort op de Vrijdagmarkt? We durven het hopen!