En dan is er koffie
Mensen vragen mij weleens wat mijn stamcafé is. Ik moet hen dan teleurstellen, want dat heb ik niet. Niet dat ik de horeca schuw – het tegendeel is waar.
Weinig dingen doen mij zoveel plezier als een kop koffie die ik niet zelf hoef te zetten. Als ik daar dan ook nog een pijp kan bij roken, ben ik volmaakt gelukkig.
Dat laatste kan helaas alleen op een terras, dus daar zal men mij vaker aantreffen dan aan de binnenkant van het venster. Gisteren zat ik in de gietende regen nog gezellig met Rose-Marie Pype van Bij de Hand (wijkkrant historisch centrum) onder de luifel van De Muze.
Veel kroegen zijn niet uitgerust met gasbranders om hun terras adequaat te verwarmen. Nu de gasprijzen de pan uit swingen en de Russen hun eigen pijpleidingen opblazen, ga ik dus een koude winter tegemoet.
Daar komt bij dat de koffieoogst in Brazilië tegenvalt, al moeten we, naar verluidt, voorlopig geen bevoorradingsprobleem vrezen. Maar de koffie zal toch wel duurder worden, vrees ik.
Waarom ik nu eigenlijk geen stamcafé heb? Aan keuzestress ligt het niet, al is Antwerpen niet bepaald een achtergesteld gebied als het over drankgelegenheden gaat. Waar ik neerstrijk, wordt bepaald door waar ik wandel – zoals alle echte wandelaars loop ik mijn neus achter na, zonder wapperend plattegrondje of zeurende telefoon – hoe moe ik ben en hoe groot mijn behoefte aan mijn geprefereerde recreational drugs.
Natuurlijk weet ik intussen wel waar de koffie lekker is en waar je hem beter niet bestelt – laat dat duidelijk zijn. Koffie mag sterk zijn, maar niet bitter en mag zeker niet de chemicaliën bevatten die mij soms na twee slokken hoofdpijn bezorgen.
Of nog: de ideale kop koffie is die waar je geen suiker in moet doen. Op al die gebieden laat veel Antwerpse koffie te wensen over. Soms is zelfs Lavazza nauwelijks meer te drinken.
De klassieke metalen filter, waaruit het water tergend langzaam doorliep en met dekseltje met een handgreep waaraan je stelselmatig je vingers brandde, is sinds de jaren 1980 uit de horeca verdwenen.
Dat vind ik toch wel een gemis, al hebben ze in sommige koffiebars nu opnieuw met de hand “opgeschonken” (zo heet dat in het Antwerps) koffie.
Soms werken die trendy drenkplaatsen met hun vintagemeubels en gewichtig kijkende barristas mij evenwel op de zenuwen: het is er druk, je moet er lang wachten en (te) veel betalen.
Geef mij dan maar een pretentieloze kroeg, bruin of niet, die al een paar decennia meegaat.
Met weemoed denk ik terug aan klassieke drankgelegenheden als de Locarno aan de De Keyserlei, verdwenen voor ik dertig was. Je kon er de beste dame blanche van Antwerpen eten. En dan was er ook nog de verbruikszaal van patisserie Locus, op eerste verdieping aan de Schoenmarkt, recht tegenover de Boertentoren.
Met de wolkenkrabber die je gezichtsveld vulde leek het daar een klein beetje of je in New York was. Het ongeschonden art deco-interieur zag er uit of het geroofd was van de set van een dansfilm met Fred Astaire en Ginger Rogers.
Allemaal weg.
En nee, zó oud ben ik nu ook weer niet: ik zag die films als tiener in de jaren 1970.
Wil je meer kronieken lezen?
Klik op onderstaande knop om terug naar het overzicht van de kronieken te gaan.
Ben je al geregistreerd voor Bij de Hand?
Registreer je snel via onderstaande knop en je ontvangt Bij de Hand, Wijkkrant Historisch Centrum driemaandelijks in je e-mailbox. Daarnaast ontvang je ook onze agenda met tips over de maandelijkse activiteiten in het historisch centrum van Antwerpen.
Ben je al geregistreerd?
Dan hoef je niet opnieuw te registreren. Je ontvangt automatisch de wijkkrant in je e-mailbox.