Kinderen van het Verzet

Gisteren was ik aan de slag op de zolder van het Letterenhuis. Ik moest dozen nakijken met archief van Emiel Willekens. 

Willekens stond jarenlang aan het hoofd van het toenmalige Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven en werd dan directeur van de Stadsbibliotheek (nu Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience).  

Ik heb “Miel” nog gekend – naast bibliotheekdirecteur was hij ook dichter en vertaler. Wij maakten samen deel uit van de redactie van alweer enkele jaren ter ziele gegane literair tijdschrift Gierik. 

Miel werd geboren in 1921 en was dus één jaar jonger dan mijn vader, met wie hij goed bevriend was. Ook daarom besteedde ik meer dan gewone aandacht aan de stoffige kartonnen dozen, waarvan men de inhoud eigenlijk al veel eerder had moeten nakijken. 

In sommige zaten alleen boeken en die moeten naar de Erfgoedbibliotheek, want wij houden enkel echt archiefmateriaal bij.  

Eén publicatie trok mijn aandacht omdat op de gescheurde stofwikkel een nogal dramatische tekening stond van Jacques Gorus, destijds leraar aan de Academie en vooral bekend als etser. In zijn huis in de Venusstraat is nog altijd een grafiekgalerij gevestigd die zijn naam draagt. 

De weinig zeggende titel van het boek luidde Karel Wilms, één van de velen en het was geschreven was door ene, mij onbekende, Armand Coenen.  

Een beetje bladeren en ik begreep dat de publicatie er gekomen was ter nagedachtenis van een jonge verzetsman uit de Tweede Wereldoorlog die door de Duitsers werd opgepakt en later omkwam in gevangenschap – Karel Wilms, dus. 

Karel bleek bovendien de zoon van de socialistische Antwerpse schepen John Wilms (1893-1978). 

Meer dan genoeg om mij nieuwsgierig te maken – sinds enkele weken kijk ik elke avond naar een aflevering van de documentaire reeks De Nieuwe Orde van Maurice de  Wilde op VRTNU. 

Nu moet ik even een sprongetje maken naar mijn eigen familiegeschiedenis. Mijn interesse voor de Tweede Wereldoorlog dank ik aan mijn ouders, die de bezetting aan den lijve ondervonden. 

Mijn moeder had een jongere broer, die in 1941 wegens verzetsactiviteiten werd opgepakt en pas in 1945 halfdood naar Antwerpen terugkeerde. 

Ik heb weinig herinneringen aan “Nonkel Lus” – van Lucien, Lucien Dirickx – want hij stierf al in 1965 aan kanker. 

Mijn moeder sprak niet heel vaak over hem omdat ze dat tot het eind van haar leven te pijnlijk vond. Van zijn ervaringen als politiek gevangene in Duitsland wist ze weinig – of ze wou er weinig over kwijt. 

Vandaar dat ik al jaren het tamelijk vage voornemen koester om de belevenissen van mijn oom uit te zoeken. Vandaar ook dat ik na enig geblader in het boekje Karel Wilms, één van de velen – zevenvijftig jaar na de dood van mijn om en zestien jaar na die van mijn moeder -het psychische equivalent van een vuistslag tussen mijn ogen kreeg. 

Op bladzijde 37 stond namelijk de naam Lucien Dirickx. 

Karel Wilms studeerde vanaf het najaar van 1940 aan de Rijksuniversiteit Gent, maar hij was toen al met enkele kameraden – allemaal rond de achttien, negentien jaar – actief in het prille verzet. 

Hij zocht contact met gelijkgestemde studenten aan de Stedelijke Normaalschool voor Jongens in de Pestalozzistraat. 

Die waren met een tiental en mijn oom Lus was blijkbaar hun aanvoerder. Ze waren ook allemaal lid van de Jeugdkring van het Willemsfonds, waarvan mijn eigen vader tot eind 1941 secretaris was. 

De wereld is (en was) klein! 

Karel Wilms en mijn oom ontmoetten elkaar tijdens een dansfeest in zaal Grüter. Na een voorzichtig, aftastend gesprek, wisten ze dat ze medestander waren en kort daarop zagen ze elkaar weer ten huize Wilms in de Oude Kerkstraat – niet ver van de Haantjeslei, waar mijn grootouders woonden. 

Volgens Armand Coenen, de schrijver van Karel Wilms, één van de velen, was de Jeugdkring van het Willemsfonds waartoe dus Lucien Dirickx behoorde, belangrijk omdat hij kon instaan voor het opstellen, afdrukken en verspreiden van illegale vlugschriften. 

Vermoedelijk omdat de Jeugdkring een stencilmachine tot zijn beschikking had. 

Nog een sprong. In zijn roman De eerste sneeuw van het jaar uit 1985, niet zijn beste maar wel een van zijn interessantste, heeft mijn pa het uitvoerig en gedetailleerd over studenten die onder de bezetting verzetspamfletten opstellen en verspreiden. 

Nu gij weer. 

Toen ik mijn vader daar destijds naar vroeg, antwoordde hij ontwijkend. Het Verzet, nee, daar had hij de euvele moed niet voor… 

 

Wordt vervolgd… 

Wil je meer kronieken lezen?

Klik op onderstaande knop om terug naar het overzicht van de kronieken te gaan.

Ben je al geregistreerd voor Bij de Hand?

Registreer je snel via onderstaande knop en je ontvangt Bij de Hand, Wijkkrant Historisch Centrum driemaandelijks in je e-mailbox. Daarnaast ontvang je ook onze agenda met tips over de maandelijkse activiteiten in het historisch centrum van Antwerpen.

Ben je al geregistreerd?
Dan hoef je niet opnieuw te registreren. Je ontvangt automatisch de wijkkrant in je e-mailbox.